Als we 's morgens opstaan en de gordijnen open doen, staren de nonnen ons aan. Maar dat blijkt een afbeelding op de vitrage te zijn.
We ontbijten in het hotel. We zijn de eerste gasten in de ontbijtzaal. Eén van de kansarme jongeren die hier werken doet aandoenlijk zijn best om het bestek op de tafels zo netjes mogelijk te leggen. Na het ontbijt checken we uit. Als ik even later het hotel weer binnen loop om het pasje terug te geven (dat we nodig hadden om de fietsen uit het schuurtje te halen) struikel ik over de drempel. Ik vlieg languit voorover het halletje in en kan me nog net vast grijpen aan de balie om te voorkomen dat ik val. De dames achter de balie kijken verschrikt op. Met de woorden "Geen paniek dames. Zo kom ik altijd hotels binnen" stel ik ze gerust.
We fietsen vandaag via de Loonse en Drunense Duinen naar Gorinchem, uit te spreken als Gorkum volgens Marianne. We hebben online een knooppuntenroute naar Vught uitgezocht, maar als we Den Bosch uitrijden, missen we blijkbaar een knooppuntenbordje (naar knooppuntnummer 26 voor de liefhebbers van details) en rijden verkeerd. Het bordje zal wel weer op een rare plek gestaan hebben, links van de weg of zo. Het levert in ieder geval op mijn Strava-app een rare kronkel (en ook de nodige extra kilometers) op om Den Bosch uit te komen.
|
Een rare lus bij Den Bosch |
Als we even later weer op de goede weg zitten en richting Vught fietsen, horen we opeens luidkeels iemand "Eén twee, drie, roei!", "Eén twee, drie, roei!", "Eén twee, drie, roei!" roepen. Het zijn militairen die op het Drongelens kanaal aan het oefenen zijn. Zo te zien kunnen ze nog wel wat oefening gebruiken.
|
Het gaat niet helemaal gelijk. |
Ze zullen vermoedelijk afkomstig zijn uit de Van Brederodekazerne in Vught waar het Opleidings- en Trainingscentrum van de Genie zit. (Ze zijn denk ik gezien hun wijze van roeien nog in opleiding.) Even later rijden we langs het terrein van het opleidingscentrum. Vlak daarvoor zien we bordjes die wijzen naar het 'Nationaal Monument Kamp Vught' en het 'Monument Fusilladeplaats Vught', terwijl we ook bordjes zien die wijzen naar de extra beveiligde penitentiaire inrichting Vught. Het voelt een een beetje vreemd aan dat de EBI Vught zo dicht bij de monumenten van Kamp Vught staat.
We fietsen langs de IJzeren Man (niet gezien; was zeker een rondje lopen; later zag ik pas online dat het een meertje is wat in 1890 ontstond toen er hier zand werd afgegraven voor de stadsophoging van de wijk Het Zand - een wijk met zo'n naam heeft uiteraard zand nodig - in Den Bosch). Dan volgt een fietspad door een bos en belanden we bij het hotel De Guldenberg aan de rand van de Loonse en Drunense Duinen. Op het terras drinken we een kop cappuccino. Ook vullen we er onze waterflesjes bij. Het is warm vandaag en het water gaat er al snel doorheen.
Daarna fietsen we door het Nationaal Park, maar het fietspad gaat aanvankelijk eigenlijk meer om het gebied heen dan er door heen. We stappen even af en lopen een stuk door het bos naar een uitzichtpunt - het uitzicht wordt u aangeboden door het 'Europees Life + Nature Fonds' en de Provincie Noord-Brabant - waar je een mooi uitzicht hebt op de duinen,
|
Ik neem aan dat ze niet het uitzicht zelf bedoelen. |
|
Zoek een bekend persoon |
Je kan in de Duinen een rondje lopen maar dat laten we maar aan ons voorbij gaan.
We lopen terug naar onze fietsen en vervolgen weer onze route. Door bos en hei voert het fietspad ons door dit Nationaal Park.
De bloeiende hei ziet er weliswaar mooi uit, maar het is wel het zoveelste heideveld wat we tijdens onze rondje door Nederland zien. Na het bezoek aan de Loonse en Drunense Duinen rijden we naar het noorden. Het effect daarvan is wel dat de wind (oostenwind) die we in de rug hadden, nu verandert in zijwind.
Vlak voor Waalwijk begint mijn fiets na 750 km fietsen door Nederland een piepgeluidje te maken. Het geluid komt ergens bij de achteras vandaan. Ik kan er wel mee fietsen maar het hoort niet, nou ja, ik hoor het wel. Als we in Waalwijk bij 't Galgenwiel lunchen - het kan haast geen toeval zijn dat op het moment dat mijn wiel rare geluidjes maakt we lunchen bij een uitspanning die het Galgenwiel heet - kijk ik als een professionele fietsenmaker naar mijn wiel en zie dat een remkabel bij het achterwiel een beetje vreemd gebogen zit. Ik buig hem weer recht en voilà, het geluid is verdwenen.
Als we even later in Waalwijk een fietsenwinkel zien, vraagt Marianne of ik er niet even een professional naar moet laten kijken. "Niet nodig, ik heb het al gemaakt" zeg ik. Een paar kilometer verderop begint het wiel weer af en toe te piepen. Ik kan er mee door fietsen, dus dat doe ik maar. Marianne kijkt mij zuchtend aan.
Op een gegeven moment komen we bij de Bergsche Maas. Er ligt een pontje - het Drongelense Veer van Waalwijk naar Dongelen - te wachten maar we mogen er nog niet op. Een tweetal mannen op de pont is druk bezig met de oprijplank van de pont. Er is blijkbaar iets kapot.
Terwijl we wachten, raken we in gesprek met een echtpaar dat ook staat te wachten. Als ik vraag wat het kost om overgezet te worden, zeggen ze dat het gratis is. De Bergsche Maas blijkt geen natuurlijk water te zijn maar is gegraven. Omdat de rivier het land van sommige boeren verdeelde in stukken die aan verschillende kanten van de rivier kwamen te liggen, eiste de gemeente dat de overvaart gratis moest zijn. Dat werd in een wet vastgelegd. Toen de veerpont in 2004 honderd jaar bestond, probeerde Rijkswaterstaat om deze bepaling afgeschaft te krijgen, maar dat kregen ze niet voor elkaar, vertelt de man. Sinds 2009 verzorgt Rijkwaterstaat niet langer de veerpontdienst maar de 'Stichting De Bergsche Maasveren'. De veerverbinding is nog steeds gratis.
Onze gesprekspartner vraagt waar we heen gaan. "Gorinchem" antwoord ik. Hij kijkt naar onze fietsen. "Op eigen kracht hè, dat is nog een best eind fietsen." Altijd goed, die bemoedigende woorden. Na een minuut of tien zijn de mannen van de pont tot grote tevredenheid van alle wachtenden er in geslaagd om de boel te repareren. Mooi, dat scheelt een flink stuk omrijden. Even later staan we aan de overkant van de Bergsche Maas.
Onze volgende geplande stop is Slot Loevestein, het kasteel dat vooral bekend is door de ontsnapping van Hugo de Groot. Erg boeiend is dit stuk fietsen niet en af en toe hebben we de wind ook tegen. Dat was niet afgesproken. Uiteindelijk, na de nodige inspanningen en veel water drinken, bereiken we Slot Loevestein.
|
Slot Loevestein in zicht |
Voordat we het slot bekijken, koop ik eerst een welverdiend Calippo Orange ijsje. Oké, het is geen citroenijs maar het smaakt wel lekker fris. Daarna gaan we het kasteel bekijken. We zien er ook een boekenkist staan, maar het is niet de kist van Hugo de Groot.
We moeten wel lachen om de geschiedenis van deze kist. Ik citeer even een stuk van het toelichtingsbord: "
Van deze stevige eikenhoutenkist wordt jarenlang gedacht dat Hugo de Groot ermee uit Slot Loevestein ontsnapte. Tot slotvoogd Ridder van Rappard in de jaren tachtig toegeeft dat hij de kist in 1971 voor zevenhonderd gulden op een rariteitenbeurs kocht. De museumwereld is bijzonder verontwaardigd over deze onthulling, met name de conservator van het Rijksmuseum, de heer B. Kist. Volgens hem kan men 'zulke geschiedvervalsing niet tolereren'. Dat de boze conservator Kist heet, dat verzin je niet. (Overigens heeft ook het Rijksmuseum lang beweerd dat een boekenkist die in hun museum stond de kist van Hugo de Groot was en ook dit blijkt niet waar te zijn.; het Museum Prinsenhof in Delft heeft ook zo'n kist. Die hebben ze in 1925 gekregen van de nazaten van Willem de Groot, de broer van Hugo. Als de kist nog zou bestaan, dan achten historici dit de meest serieuze kandidaat.)
Na het bezoek aan het slot fietsen we via Woudrichem naar Gorinchem. Om in Woudrichem te komen moeten we een heel klein stukje met een pontje. Dat kost 1,80 euro. Voor dat heel kleine stukje is dat best veel. Het lijkt een beetje op marktmisbruik; er is geen keuze, het alternatief is vele kilometers omfietsen.
Vanuit Woudrichem vaart er een pont over de Waal naar Gorinchem, maar het duurt nog minstens een half uur voordat hij hier komt. We kiezen er daarom voor om een paar kilometer te fietsen over een dijkweggetje naar de brug die verderop over de Waal richting Gorinchem ligt. Onderweg krijg ik opeens een neuronale oscillatie, ook wel bekend als brainwave. Het remkabeltje op het stuur lijkt een beetje los te zitten. Ik draai het vast en zie hier, of beter hoor hier, het gepiep bij het achterwiel verdwijnt. Wat ben ik toch een technicus!
In Gorinchem fietsen we naar het oude centrum. Al met al hebben we er vandaag zo'n 74 km op zitten. We hebben vanochtend een kamer geboekt bij 'Hotel Goud en Zilver'. De eigenaren blijken een beetje de prins Bernhard jr. te zijn van Gorinchem. Ze bezitten er meerdere panden in het centrum van de stad. Wij hebben een 'Standard Suite' geboekt in één van deze panden.
Voor het eten hoeven we niet ver te lopen. We eten in een pannenkoekenhuis vlak tegenover ons hotel. Ook het pannenkoekenhuis geeft, net zoals het hotel in Den Bosch, kansarme jongeren een kans. Je wordt daarom verzocht bij het bestellen van de pannenkoek niet alleen de naam van de pannenkoek op te noemen maar ook het nummer. Als ik er een appelsap bij bestel, schrijft de jongen het langzaam maar ook heel secuur op.
|
Een pannenkoek Dame Blanche; hoofdmaaltijd en dessert ineen! |
|
Gezicht op de gracht vanaf het balkon van ons pannenkoekhuisjes |
Na het eten lopen we nog even een rondje door Gorinchem. Het is een mooi oud vestigingsstadje.
|
Boekhandel |
We zitten nog even op een bankje bij de Waal, zo te zien een druk bevaren rivier, en keren als de zon ondergaat terug naar ons hotel.
|
De Waal |